© Roald | augustus 2008
Zijn voeten rennen op mij af
veel sneller dan ik iets bedenken kan
om tegen hem te zeggen
Ik stamel woorden zoek mijn plek
Mijn Vader vliegt me om de nek
Zonder uit te leggen
snoert hij mij de mond met een kus
ik zeg: ‘ik heb gezondigd.’ Hij roept: ‘Vlug’…
… Geef hem mijn jas, want hij hoort bij mij
weet je wel, wie hij voor mij is?
Ik heb steeds gewacht tot hij eindelijk dichtbij komt
dit is mijn kind, dit is mijn kind.’
Mag ik eerst wat aan u kwijt
of u laten zien hoe het me spijt
als u me nou de kans geeft
U wil koste wat het kost
een feest voor mij en laat niet los
tot u met mij gedans heeft
Uw brede glimlach kan er wat van
met deze woorden vraagt u mij ten dans:
“Geef me je hand, want jij hoort bij mij,
weet je wel, wie je voor mij bent?
Ik heb steeds gewacht tot je eindelijk dichtbij komt
Je bent mijn kind, je bent mijn kind.’
Ik schaam me en ik voel de schuld
ik kwam zodat mijn buik werd gevuld
bereid me uit te sloven
En nu is alles wat ik krijg
gratis en voor niets voor mij
Ik wil het niet geloven
weet U dan niet wat ik heb gedaan?
onder deze jas schuilt mijn verhaal
Toch schuift u een ring om mijn vuile vinger
Het druist zo in tegen mijn gevoel
Maar thuis bij u val ik in uw vrede
Ik ben uw kind, ik ben uw kind
Mijn broer is altijd hier geweest
hij heeft nooit gevraagd om een feest
en raakt van woede buiten zinnen
Want hij hoort dansmuziek
en uit pure jaloezie
wil hij niet naar binnen
Mijn vader laat hem niet in de kou
en zegt: “Alles wat van mij is, is van jou…
…Leef als mijn kind, want jij hoort bij mij
Weet je wel wie je voor mij bent?
Ik heb steeds gewacht, tot je eindelijk dichtbij komt
Je bent mijn kind, je bent mijn kind.’
© Roald | augustus 2008