Biografie
‘Onze droom is weggekropen, onze harten zijn op slot, maar de monden zijn geopend, en ze praten over God’.
Roald is niet iemand die zich op het gebaande pad begeeft. Hij behandelt in zijn liedjes onderwerpen die niet eerder in nederlandstalige songs te horen zijn geweest. Met zijn eigenzinnige teksten gaat hij moeilijke onderwerpen en eerlijkheid niet uit de weg: depressie, chaos, monsters, angsten en vechten met jezelf. Deze en andere thema’s komen terug op de plaat Tevoorschijn, die verscheen in maart 2010. De plaat is een verzameling van eerlijke liedjes, bezongen met een overtuigende stem, het ene moment sterk, het andere moment kwetsbaar, ondersteund door drums, gitaar, bas, viool, vleugel en cello. Met zijn liedjes wil Roald anderen spiegelen en prikkelen om een onvervalste leven te leiden. Zijn enthousiasme neemt daarbij een grote plek in, maar ook lastige vragen en diepe emoties schuwt hij niet.
De nummers op Tevoorschijn zijn ontstaan tussen 2006 en 2009, naar aanleiding van een moeilijke periode waar Roald doorheen ging. Hij is daarover gaan schrijven, in eerste instantie in dagboekvorm, maar naarmate de liedjes vorderden, merkte hij dat er pareltjes tussen zaten. Het nummer Schitterend werd geplaatst op het Soul Survivor album ‘LEEF’ uit 2008, nadat Roald anderhalf jaar aan het nummer werkte. In 2008 en 2009 namen collega-schrijvers Timon en Michiel Roald mee in hun voorprogramma. In die periode is Roald zijn liedjes geschikt gaan maken voor een album.
Geschiedenis
Roald is opgegroeid in Zwolle in een gezin waar hij God leerde kennen als een heel machtige vreemdeling. Hij kreeg het idee dat die vreemdeling iets van hem moest: dat hij zich moest gedragen. Gelijk had hij, want je gedragen is goed, netjes en beleefd. Hier leerde Roald wat goed voor hem was. Het lukte echter niet om ernaar te leven. Langzamerhand kreeg Roald een hoofd vol met ideeën over God en tegelijkertijd had hij een heel klein hartje dat veel liefde nodig had. In de jaren dat Roald ging studeren vond hij het moeilijk om te geloven dat God vriendschap wilde sluiten. Dat concept paste niet meer in zijn overvolle gedachtenstroom met ideeën over deze keurige God. Hij heeft enorm veel geduld moeten hebben om elke keer wat gekke ideeën uit Roalds hoofd te praten en er iets moois voor in te ruilen: Eerlijk oversteken dacht Hij dan waarschijnlijk.
Langzaam maar zeker groeide bij Roald een besef dat God misschien best lief zou kunnen zijn. Dat wist hij al van de kindernevendienst, maar hij kon het zich nu ook enigszins voorstellen. Soms gaf Hij Roald ineens een knipoogje ergens in zijn gedachten. Dit wilde hij vaker. Met opengesperde ogen probeerde hij zich te laten verrassen door God. Dit was het moment dat Roald alles wilde opschrijven, om het vast te houden als een vakantiefoto: de heftigheid van het moment is verdwenen, maar vergeten is uitgesloten. Dus begon hij liedjes te schrijven.
‘Ik ga op u af, recht in de roos daar vind ik uw hart. En Ik vecht rusteloos totdat ik rust vind en uw kus wint ondertussen langzaam van mijn bange hart’