...

55_redenen_waarom_NIET_naar_kerkIn de afgelopen 30 jaar ben ik naar verschillende kerken geweest, van gereformeerd naar baptisten tot aan evangelisch en pinkster. Daar heb ik veel mogen leren over God en ben ik ondersteboven geraakt van Zijn liefde en genade. Ik ben daar enorm dankbaar voor. Ik ben daar de spannende reis met Jezus gestart, waarin ik steeds weer nieuwe dingen van het leven met Hem leer.

Helaas heb ik in de verschillende kerkgroepen ook dingen meegemaakt die me niet geholpen hebben of die me gekwetst hebben. Daardoor heb ik uiteindelijk toch besloten een aantal jaar niet meer naar de kerk te gaan. Dit was voor mij een verrassende wending. Wil je weten wat me daar toe gebracht heeft? Hier mijn 10.000 redenen waarom ik niet meer naar de kerk ga. Oh sorry, het zijn er 55…

‘Ik ga niet meer naar de kerk omdat … ‘

1. Omdat de liedjes die we zingen niet aan sluiten bij de dingen die ik doordeweeks om me heen zie.
Onrecht, verliefdheid, verlies, feest, vriendschap etc zijn zo even wat thema’s die niet langskomen in de liedjes in de kerk. Wat er wel altijd is, zijn liedjes met opsommingen van Gods eigenschappen en liedjes met sterke statements van complete overgave.

2. Omdat de twijfels en vragen die ik heb, worden gezien als iets waar ik me van moet bekeren voor ik aan kan sluiten in de opvattingen van de meerderheid. En mijn twijfels worden niet gezien als waardevolle aanvulling voor een bredere kijk op God en het leven.

3. Omdat de kerkdiensten gericht zijn op onszelf en niet op de wereld om ons heen.

4. Omdat er in de kerk het idee ontstaat dat we anderen de kerk in moeten krijgen, alsof de kerk het koninkrijk zelf is.

5. Omdat ik moe was geworden van de afgeronde mooie getuigenissen op het podium en er nooit verhalen verteld werden van mensen die nog midden in hun proces aan het worstelen waren.

6. Omdat boosheid en woede gezien werden als een verkeerde emotie en je het beste mensen direct kan vergeven.

7. Omdat ‘gelovig zijn’ en ‘keurig zijn’ door elkaar worden gehaald.

8. Omdat gehoorzaamheid aan God een manier was om mensen in het gareel te houden in plaats van mensen laten groeien door fouten te mogen maken.

9. Omdat ik de kerkdiensten geen plek vond om mijn vrienden voor uit te nodigen. Ik kon in de kroeg een beter gesprek met ze hebben over geloof.

10. Omdat ik van groepjes als Amnesty en goede documentaires meer leerde van hoe we ons in kunnen zetten tegen onrecht dan van de 30 jaar preken die ik heb gehoord.

11. Omdat kerkmensen angstig worden als je wat meer begint te lezen dan de boekjes uit de christelijke boekhandel.

12. Omdat er wel verteld werd dat God genadig was, maar tegelijkertijd keurde de kerk mensen af, sloot ze buiten, veroordeelde ze op basis van levensstijl voor ze die mensen werkelijk kenden.

13. Omdat de dogma’s uiteindelijk toch boven de mensen gingen. Een stelletje dat niet mocht trouwen in de kerk, omdat ze een paar maanden voor de bruiloft al bij elkaar in ging wonen.

14. Omdat er geoordeeld werd vanuit angst voor meer goddeloosheid in plaats van bereid te zijn de ander te leren kennen in zijn andere beslissingen.

15. Omdat er teveel een geestelijke visie werd geplakt op psychische zaken zoals depressie. Depressie werd gezien als iets verkeerds, iets waar je vooral geen aandacht aan moest geven. Ik merkte juist dat ik ruimte nodig had om te rouwen.

16. Omdat er na genezingsavonden de gebeurtenissen rooskleuriger werden afgespiegeld en als er eerlijk werd toegegeven dat er geen genezingen plaatsvonden, dat dit niet opbouwend was voor ons geloof om te zeggen.

17. Omdat er bij het avondmaal extra op onze schuld werd gefocust: ‘Door jou heeft Jezus moeten sterven’ in plaats van ‘voor jou heeft Jezus willen sterven’.

18. Omdat ik merkte dat leiders teveel hielden van hun positie en de kerk niet konden loslaten. Nieuwe ideeën werden stilgezwegen of er was geen sfeer van vertrouwen om ideeën aan te scherpen.

19. Omdat stokpaardjes heilige huisjes werden, die blijkbaar niet bevraagd mochten worden. Werd dat wel gedaan, dan werd er op de kritische mensen neergekeken.

20. Omdat er bij het verlaten van de kerkdeur een bordje hing: ‘Je betreedt nu het zendingsveld.’ Daar werd natuurlijk mee bedoeld: ‘Ga daar de goede boodschap brengen’ maar het ging uit van een gescheiden wereld. Alsof binnen de kerk een andere plek is dan erbuiten.

21. Omdat er veroordelend werd gesproken over mensen die niet meer naar de kerk gingen. Die waren niet trouw gebleven aan God. Alsof God en de kerk hetzelfde is.

22. Omdat er betuttelend werd gesproken over anderen. Bijvoorbeeld richting homo’s en lesbiennes.

23. Omdat er angstvallig gebeden moest worden voor bescherming als we na een optreden met de auto naar huis keerden. Zonder dat gebed zou het niet goed gaan.

24. Omdat er een hogere waarde werd toegekend aan geestelijke taken, zoals aanbidding, profetie en bidden en de aardse dingen als ‘vergankelijk. Er ontstond een onderscheid over wat geestelijke, heilig is & wat aards, seculier is.

25. Omdat leiders bij een zelf genomen financieel risico niet de verantwoordelijkheid droegen, maar de gemeente vroegen om deze stap in geloof te volgen door te doneren.

26. Omdat ik, als ik niet zo mee kon komen in de aanbidding, ik me dan buiten de groep voelde vallen en mensen dachten dat ze voor me moesten bidden.

27. Omdat er elke zondag wordt gepraat over hoe we heiliger kunnen worden, beter kunnen leven, maar sterk worden van tegenstand kon niet, want tegenstand in het leven werden gezien als geestelijke strijd.

28. Omdat de groepsdynamiek zorgde voor veel ongezonde verhoudingen. Leiders die hun bediening als succesvol zien als er veel mensen naar voren gaan om voor zich te laten bidden en daar onbewust op aansturen. En kerkgangers, die een verwachting ontwikkelen dat een voorganger zo’n door de Geest geleide (emotioneel beladen) preek moet houden.

29.Omdat ik het gevoel had dat ik moest erkennen hoe zondig ik wel niet was en dat ik daarmee God zou eren voor zijn Goedheid.

30. Omdat de genade van God ervoor zou moeten zorgen dat alle pijn en emotie uit mijn leven weggevaagd zou worden. Maar ik vind sommige emoties juist heel gezond en ik wilde niet iets van mezelf wegstoppen.

31. Omdat er wordt veel gepraat over zonde en heiligheid, maar er wordt niet gepraat over hoe we ons in kunnen zetten voor anderen.

32. Omdat heilig zijn een soort illusie werd waarmee we onze eigen imperfectie even konden vergeten.

33. Omdat er in de kerk een idee werd geschetst hoe je een goede christelijk man zou moeten zijn en dat ik me niet herkende in een zoete, keurige man die in mijn ogen veel te zorgzaam en pastoraal moest zijn. De ruwe kant, de pionier in mij en de levensgenieter zouden moeten sterven aan het kruis en wat over zou blijven was een vredelievende keurige burgerman.

34. Omdat de christelijke vrouw werd gestereotypeerd als zorgzaam, verwelkomend en te vaak zag ik dat vrouwen zich alleen maar behulpzaam onderdanig aan de man opstelden en hooguit af en toe een profetie meedeelden, maar verder de microfoon bij hun man lieten. Deze vrouwen zwaaiden ook met vlaggen en konden tijdens het bidden vaak ‘Jezusssssss’ zeggen, vaak voor, tijdens en na een zin. Ik werd stiekem bang dat ik zo’n christelijke vrouw moest trouwen om God te eren.

35. Omdat seksualiteit vele weken op het agenda stond en vooral gezien werd als een verleiding en als gevaarlijk. Als man kreeg ik het idee dat het fout is om lust te hebben en al helemaal om lust toe te staan of er iets mee te doen.

36. Omdat de kerk de bijbel zag als het onfeilbaar woord van God. De bijbel werd als magische spreukenboek gebruikt, waarbij er zonder context losse verzen werden gescandeerd als ‘waarheid’.

37. Omdat de kerk een monopoly op de waarheid dacht te hebben.

38. Omdat kerkmensen zeggen dat woorden macht hebben en dit op magische wijze werd toegepast en tegelijkertijd angst werd ingeboezemd voor het gebruik van ‘verkeerde’ woorden.

39. Omdat op alle negatieve dingen die we niet konden verklaren het labeltje ‘demonische machten’ werd geplakt. Ook op psychische aandoeningen, of als iemand door een moeilijke tijd ging.

40. Omdat er gezegd werd dat verdriet zou verdwijnen als je maar voldoende in de bijbel leest.

41. Omdat er gezegd werd dat iedereen Gods wil voor zijn/haar leven direct uit de bijbel kan halen.

42. Omdat tegenstand vaak betiteld werd als geestelijke strijd en satan achter die moeilijkheden zit, zelfs als het zichtbaar was dat mensen gebukt gingen onder een ongezonde verhoudingen of manier van leven zoals een onverwerkt verleden.

43. Omdat ‘actief in de kerk zijn’ er uiteindelijk voor zorgde dat ik minder tijd had om bij mijn vrienden te zijn of mensen uit mijn familie te bezoeken.

44. Omdat de kritische vragen niet bespreekbaar waren en werd afgeweerd door te zeggen ‘ga dan naar een andere kerk’

45. Omdat mensen niet wilden dat hun manier van kerk zou veranderen en andersdenkenden gezien werden als een gevaar in plaats van als een verrijking.

46. Omdat er leidinggevende taken werden toebedeeld aan vooral gehoorzame ijverige mensen, die vervolgens overwerkt raakten vanwege een te hoge druk en verwachting.

47. Omdat er gehamerd werd op evangelisatie op basis van relatie leggen, terwijl de relaties in de kerk gericht waren op te behalen doelen.

48. Omdat ik mensen wilde helpen een mooier leven te hebben zonder ze te bekeren of mee te nemen naar de kerk.

49. Omdat de kerk elke zondag maar bezig bleef met de zonde, terwijl ik graag wat aan de misstanden in de wereld wilde doen.

50. Omdat ik een hele tijd niks hoorde van God en niemand me vertelde dat God misschien wel wilde dat ik mijn eigen hart ging volgen.

51. Omdat mensen erop bleven hameren dat we ons eigen hart niet kunnen vertrouwen.

52. Omdat ik op een gegeven moment om me heen zag dat mensen in de kerk een soort makke schaapjes waren, niet volgroeid en zonder eigen wil.

53. Omdat ik op zondag liever rustig met leuke vrienden wilde chillen in de stad dan me die dag uit te sloven in de kerk.

54. Omdat ik erachter kwam dat je niet NAAR de kerk kan, maar dat we de kerk ZIJN.

55. En omdat ik SCHROK: Ik moest bekennen dat ik me zelf schuldig heb gemaakt aan merendeel van de bovenstaande punten. Ik heb anderen gekwetst met mijn ideeën, praatjes en daden. Ik heb mensen veroordeeld, uitgesloten, niet het geduld gehad om naar ze te luisteren, te snel gezocht naar een oplossing, te vaak gedacht te weten hoe iets werkt en helaas te veel kwetsende woorden gebruikt, terwijl ik geloofde dat ik God eerde door de waarheid hoog te houden. Dat was de druppel: ik moest uit deze omgeving om te ontgiften. Ik had mezelf laten vormen door ideeën waar ik niet meer achtersta.

Mijn wereld stond op zijn kop en ik ben een aantal jaar niet naar de kerk gegaan om te kunnen inzien wat ik wel geloof. Uiteindelijk heb ik in Jezus opnieuw gezien hoe hij naar mij kijkt en hoe hij zich aan mij wil verbinden.

Benieuwd hoe dit mijn visie op de kerk heeft veranderd?
www.kerkbinnenstebuiten.nl

koffie_03_txtLaat de buitenkant los

Singer/songwriter Roald Schaap maakt een cd, boek en spel in één. De aankomende twee maanden kunnen de lezers van CIP.nl door crowdsourcing en crowdfunding meeschrijven en investeren in ‘Kerk Binnenstebuiten’. Hoe zie jij de toekomst van je kerk? Volg en reageer op deze serie van 6 artikelen van Roald Schaap.

Vertrouwen in de kerk gedaald

In de afgelopen week schreven veel kranten over het SCP-onderzoek Geloven binnen en buiten verband: ‘Het vertrouwen in de kerk is sinds 20 jaar niet zo laag geweest’ en ‘jongeren zijn neo-fundamentalist’. Grote uitspraken waarvan we ons af kunnen vragen of ze correct zijn. Wat we ook van die uitspraken vinden, we herkennen in ieder gevallen dat de kerk kleiner en orthodoxer wordt.
Het vertrouwen in de kerk is intern gedaald, maar ook de kloof is te groot geworden. Is dat wat we willen? We zullen als kerk onze fundamenten moeten durven los te laten om in gesprek te blijven met onze omgeving.

Experiment

Ik denk dat het nodig is om ons niet af te sluiten van de samenleving, maar om juist naar buiten te bewegen. Er zijn al veel boeken geschreven over de naar buiten gerichte kerk. Wat we volgens mij nodig is hebben is niet nog meer theorieboeken, maar hebben we een plek nodig om in het klein te oefenen wat we in het groot terug willen zien. Iemand die niet oefent of probeert zal eerder terugvallen op oude manieren en er niet in slagen om een grote uitdaging aan te gaan. Maar iemand die met vallen en opstaan kleine uitdagingen aangaat, is in staat op den duur grotere uitdagingen aan te gaan.
In een recent artikel met René Erwich zegt hij: “Sommige kerken weten onvoldoende wat er in hun omgeving gaande is. Door zelfonderzoek kunnen gemeenten leren om zonder angst te experimenteren.” En dat is precies wat we volgens mij de afgelopen 60 jaren onvoldoende gedaan hebben. In gesprekken met theologen en organisaties merkte ik dat het schrijven van een boek ons niet het zetje gaat geven om actief te worden. Met ‘Kerk Binnenstebuiten’ hebben we een spel ontwikkelt dat je speelt met je kring of vriendengroep, om zo spelenderwijs te ontdekken welke mogelijkheden er zijn om je aan je omgeving te verbinden.
Kleine beproevingen die je als groep doet, vormen je op een veel effectievere manier dan wanneer je alleen iets leest. In een groep is er een vangnet, gesprek en een veilige plek om door het spelen verder te komen.

Sub-cultuur Jezus’ plan?

In Nederland zorgde de verzuiling dat elke levensbeschouwing een eigen beweging werd, met eigen scholen, eigen kerken, clubjes en verenigingen. Na de jaren 60 heeft de ontzuiling plaatsgevonden, maar het lijkt erop dat de christelijke zuil zich heeft doorontwikkeld tot een nieuwe eigen sub-cultuur. Maar was dat de bedoeling van Jezus toen hij zei dat we het zout der aarde en het licht der wereld zijn? Er liggen geweldig veel kansen nu de samenleving door de crisis weer verlegen zit om mensen die zich inzetten voor de zwakkeren. Stappen wij in dat gat als kerk? Als we als kerk niet gaan mengen met andere sub-culturen zullen we de aansluitinggaan missen. Kunnen wij als kerk in het café met dartende bouwvakkers optrekken, samen eten met vreemdelingen en koffieavonden hebben met moeders in achterstandswijken? Kan de kerk weer inspiratie vormen voor kunstenaars, muzikanten en modeontwerpers?

Als de kerk binnenstebuiten gaat, dan laten we onze veilige buitenkant los, zodat ons binnenste zichtbaar wordt.

Denk mee en reageer hieronder! Als reactie op jouw antwoorden volgende week op CIP.nl een vervolgartikel van Roald Schaap.
1 – Hoeveel vriendschappen heb je buiten je gelovige kring? 
2 – Wat zijn de redenen waarom we ons als kerk bewegen in een eigen sub-cultuur?
3 – In hoeverre zorgt het vasthouden aan onze eigen fundamenten ervoor dat we geen dialoog meer aangaan met andersdenkenden?
4 – Durven je de kerkstructuren op te geven als dat meer contact met de buitenwereld zou opleveren?
5 – Hoe zie jij de toekomst van je kerk in jouw woonplaats?

GFor the better part of a decade I suffered from a chronic mystery illness that was attacking me from the inside out. Countless doctors and specialists couldn’t diagnose me, couldn’t give me a name for what was happening. They told me it was all in my head — that I could pull myself out of it if I just tried harder.

After eight years of sickness, a doctor handed me a slip of paper. On the paper was the name of the disease I had been fighting; the disease that had been fighting me.
I wept with joy.

I had a name. The symptoms were real. I did have a medical condition. I was not doing it to myself.

Because of the name, I found out I was not alone; there were thousands of other people dealing with the very same condition. Because of the name, I discovered community, support, resources, and treatment. Because of the name, I recovered.
Because of the name, fatigue and pain are no longer a way of life for me.
Which is why I am giving a name to a spiritual condition that is even more real and more dangerous than the disease that robbed me of my physical health for many years:

Post-Traumatic Church Syndrome.

PTCS presents as a severe, negative — almost allergic — reaction to inflexible doctrine, outright abuse of spiritual power, dogma and (often) praise bands and preachers. Internal symptoms include but are not limited to: withdrawal from all things religious, failure to believe in anything, depression, anxiety, anger, grief, loss of identity, despair, moral confusion, and, most notably, the loss of desire/inability to darken the door of a place of worship.

The physical symptoms of PTCS — which may or may not be present — include: cold sweats, hives, nausea, vomiting, sexual dysfunction, sleep disturbance, rashes, heart palpitations, increased blood pressure — oh, to heck with it. The symptoms are as varied as the people who suffer them.

There are degrees of PTCS — maybe you can still walk into a church, maybe you can’t, maybe you take the long way on the highway to avoid the sight of a steeple, maybe you’re even standing in the pulpit. But the one thing we all have in common is that we crash into religion when we go looking for God.

And the crashing has left us with spiritual whiplash, broken bones, bruises, welts and lacerations. It has left us feeling alone and scared and suffering. It has left us with a boatload of internal and external symptoms the persons of spiritual authority tell us are all in our heads and would go away if we just had more faith.

Don’t believe them.

Post-Traumatic Church Syndrome is not in your head, and you are not alone.

When I tackled my own case of PTCS and blogged about it (http://thirtybythirty.com/), I received story after story — in person and via email and snail mail—from people who were suffering from PTCS. Our stories may be different, but the result is the same: we yearn for God without being bound by dogma and subject to spiritual abuse.

Though I wish I could give you an answer of how to recover from PTCS in 800 words or less, I can’t. (It took me a year and a crazy journey through thirty religions to recover from my own case of PTCS.) Each journey back to spiritual health is as unique as the person taking it.

But what I can do is hand you this virtual slip of paper stating the condition you’ve been fighting — the condition that’s been fighting you. I can tell you there are thousands, maybe even millions of us. I can tell you that I recovered, that healing is available, that God will meet you wherever you are or aren’t.

But most of all, I can tell you a name. Sometimes a name is halfway to healing.

Reba Riley is the author of Post-Traumatic Church Syndrome: A Humorous Memoir of Healing, Hope, and 30 Religions Before 30 (Chalice Press, Fall/Winter 2014). She may be reached for comment at rebecca@thirtybythirty.com. Join the PTCS group on Facebook:https://www.facebook.com/groups/PTCSgroup/

Bron: http://www.patheos.com/blogs/faithforward/2014/03/its-called-post-traumatic-church-syndrome-and-yes-its-real/

Op facebook deelde ik afgelopen week
mn vragen die weer opspeelden toen ik na lange tijd weer eens aanbiddings ging leiden in een kerkdienst. Daar kreeg ik opvallende reacties op en vandaar dat ik ook graag het hele verhaal kwijt wil in plaats van mijn kort-door-de-bocht-quotes.

poeh dat was ff wennen weer na zo’n lange tijd. Het is leuk om te doen, vooral het ‘samen’ zingen in aanbidding is eigenlijk best een bijzonder ding.

Ik heb vanaf mn 19e tot mn 30e aanbidding geleid, en ik zag op een gegeven moment niet meer wat het is. Als je stapels met bijbelse visies over hoe je aanbidding moet leiden hebt gehoord, alle hebreeuwse termen voor aanbidding hebt geleerd en tientallen workshops en seminars hebt gevolgd, lijkt het de normaalste zaak van de wereld.
Verhelderend om er dan na 3 jaar weer ff van een afstandje naar te kijken.

Afgelopen zondag stapte ik even weer in die rol, en grappig genoeg voelde het alsof ik de karaoke-bal was die bij karaoke op het scherm verschijnt.

Ik kom uit de gereformeerde kerk, en in mijn tijd toen ik tiener was, hadden we alleen sing-ins, opwekkingsliedjes mochten in de dienst niet gezongen worden, maar daar wel. Daar werd dan ook gretig gebruik van gemaakt. De hele zaal zat vol met gereformeerde mensen die uit volle borst meezongen, zonder aanbiddingsleider, alleen een combo. Ja, je raad het goed, een dwarsfluit, een pianist die enthousiast hobbelde op zijn kruk, en jaja, een drummer, met zijn glimmende kale hoofd die zacht eerbiedig met kwastjes roffelde op zijn onversterkte drumstel.

En er was een man met een baard die alle liedjes op sheet had, en die met zijn pen op de overhead-projector de woorden aanwees die gezongen werden. Hij bestuurde de karaoke-bal. Dit was fenomenaal, zelfs de doven en slechthorende mochten op de voorste rij zitten en konden ‘meezingen’. Ik denk dat ze op de voorste rij mochten zitten, omdat ze hun eigen grondtoon hadden.
En oohja, altijd dezelfde meneer die plostseling tijdens het zingen ging staan en z’n hand bedeesd in de lucht voor zich uitstak alsof hij een appel vasthield.
Wat me zo bijstaat in die context is dat elk liedje uit volle borst werd gezongen, en geen enkel liedje iets van dynamiek kende. Het was aan of uit. Zoals het een goed christen betaamde te zingen voor den Heere: hard!
De muziek was sober en van het combo was alleen 1 microfoon versterkt, door de schelle preek-speakertjes die witgekleurd wegvielen aan de zijkant in de mooie gereformeerde kerk.

Pas later toen ik bij conferenties kwam en de muziek harder klonk dan dat er gezongen werd, maakte die enorm veel indruk op me. Een zanger met een snik in de stem, en zachtjes zong en dan weer hard en het publiek dat zoekend volgde en een band die dynamiek bracht in de muziek. Soms kwam je in een kerk met mannen met hele grote C&A pakken aan, en daar wilde de drummer nog wel eens met de cymbalen ophitsende ‘golven’ maken.

Ooit heb ik op zo’n opwekkende conferentie mijn hart aan Jezus gegeven, en werd overspoeld met muziek met dynamiek en urgentie. Ik werd niet alleen aangesproken in mijn ratio, maar ook mijn gevoel kreeg een plek.

Als gereformeerde jongen blijf je toch altijd een beetje op je hoede en komt er toch iets van calvinisme om de hoek kijken als je je inlaat met gevoelsmuziek. Maar ik wist dat vroeger het kerkorgel te seksueel was om liederen voor den Heere op te spelen, maar ook dat waaide over en het ophitsende geluid van deze grote pijpen werd door de kerk omarmd. En zo zou het ook met deze gevoelsmuziek gaan. Dat leek me wel wat.

In de jeugddienst in de kerk was er plek om als tieners wat liedjes te spelen en de dienst te begeleiden, en hoe meer ik spiekte buiten onze gereformeerde traditie en de gevoelsliedjes introduceerde in onze kerk, hoe verder ik kwam af te staan van de gemeente.

Ook toen er een nieuwe dienst in het leven werd geroepen en ik daar als zangleider mee kon draaien, merkte ik al snel: Ik wil verder, ik wil aanbidding, geen liedjes zingen, geen liturgie, maar langere blokjes muziek waarbij ook dat gevoel (mijn woorden van toen: Heilige Geest) meer ruimte kreeg.
Dat botste met het team na een tijd en ik werd op non-actief gezet. Een pijnlijke periode, maar achteraf zie je dat ook dat je loutert.

In mijn studententijd heb ik 3 jaar op een zolderkamertje de liedjes gespeeld en me ondergedompeld in de wereld van worship, toen nog een hype en daar kon je de Heilige Geest momentjes op de minuutaf terugvinden en terugspelen.

Bij de studentenvereniging was vanaf dag 1 een gapend gat en een wens voor meer aanbidding, en als eerstejaars kon ik mijn aanbiddingsei flink kwijt. Ook in de gemeente waar ik toen kwam kon ik aan de bak, op conferenties en festivals leidde ik vervolgens aanbidding. Dat was hard werken: een goeie flow, de juiste liedjes, een lijn maken van Gods grootheid naar ons nietige bestaan, om vervolgens mensen met een open hart bij de Heer te brengen. Dat was het mooiste wat er was.

In de periode dat het slechter met mij ging (depressie) merkte ik dat ik meer behoefte had aan muziek die uiting gaf aan die emoties, en had ik eerst minder behoefte aan Hallelujah-liedjes, en pas veel later ook minder behoefte aan God-is-zus-of-zo-liedjes.

ik werd sceptischer naar worship avonden en de manier waarop ik aanbidding leidde. Op een gegeven moment leidde ik aanbidding in een kerkje in Amsterdam terwijl ik de hele nacht niet geslapen had vanwege mijn depressie. Daar kon ik alleen maar eerlijk zeggen dat ik ff helemaal geen zin had om aanbidding te leiden en me zo #$%^& voelde. Ik hoop dat dat voor de mensen in dat kerkje niet veel schrikken was en juist een stimulans was om eerlijk er in te staan.

Nu na enkele jaren, merk ik dat ik God minder zoek in die momenten van muziek en grote groepen. De reden ligt denk ik in de vele dingen die ik zelf gezien heb, dingen die ik zelf op het podium gedaan heb. ik zag dat de mensen die die aanbiddingsmodus telkens weer opzochten om zo door hun moeilijke tijd te komen, uiteindelijk niet verder kwamen. Ze gingen die tijd van aanbidding ‘oplaadmomenten’ noemen en kwamen toch elke zondag nog naar de kerk omdat ze het gevoel hadden dat God dan aan het werk ging.
En nu moet ik herkennen, die persoon was ik.

Het heeft even geduurd voor ik geen aanbidding meer leidde en Jezus wat meer buiten de kerk vond. Mijn gevoel en mijn ratio was inmiddels klaargemaakt om God te herkennen. Ik vond Jezus In een mooie film, op een dansfeestje, in mn vrienden, en uiteindelijk ook in een iemand die geen pasport had.
Die route was voor mij enorm waardevol en zou ik voor geen goud of platinum-album willen ruilen. Ik geef toe dat het een illusie is om te denken dat iedereen dezelfde route doorloopt in het leven.
Bij mijn vrienden herken ik dat sommigen de dingen leren die ik pas enkele jaren later oppakte, en ook andersom. Het leven is niet lineair.
En toch herken ik een patroon, een patroon niet alleen in de kinderen van de God, maar ook een patroon in de kinderen van de tijd.

Okee, projectie ligt op de loer, het zou jammer zijn als ik voor elke persoon die ik met zn handen in de lucht zie met een ik-doe-zo-mn-best blik op het gezicht, zou invullen dat hij of zij het ook teveel zoekt in dat moment. Ik wil daarvoor waken. Tegelijkertijd herken ik die modus in de taal die de worship-liefhebbers gebruiken. Dat maakt me alert en het interesseert me mateloos wat die mensen beweegt.

Soms denk ik wel eens, hebben we een soort worship-junkies gecreeerd?
Soms denk ik, het is een fase, die ben ik ontgroeid.
Soms denk ik, ik moet terug, ik ben een heiden geworden.
Soms denk ik, ik ben genuanceerder geworden, volwassener.
Soms denk ik, ik wou dat ik mezelf weer kon verliezen in iets groters, zoals bij aanbidding.

En soms denk ik, wat als ik dat zou doen, Hoe zou dat dan gaan?

Ik zou weer naar kerken gaan, en cd’s kopen, en conferenties bezoeken, en wellicht me aangesproken voelen en naar voren gaan, een indruk krijgen, en voor me laten bidden, en het bijbellezen wordt ingekleurd door de theologie van de liedjes, en ik zou willen dat het me raakt en daar onbedoeld mee bezig houden, of juist me focussen op God en me niet teveel bezigheden met mn gevoel, maar wel mn hart willen openen, want ik zou ook niet iets willen missen en ik zou mensen om me heen zien die het lukt om zich over te geven, en ik zou dat ook willen, maar ook volwassen willen zijn en me daar niet teveel van aantrekken, en ik zou zoeken naar wat mijn rol in Gods koninkrijk is en misschien wel weer aanbidding willen leiden, en dan moeten oefenen met de band, en visie weekenden hebben met toerusting, en aanbiddingsleidersoverlegmomenten, en zondagochtend bidden en een indruk krijgen dat God iets wil doen tijdens de aanbidding, en dat dan weer moeten loslaten, want het is Gods werk, en dan me openstellen voor Gods Geest en gewoon lekker liedjes spelen en na afloop te horen krijgen dat ik mensen zo goed in het hart van God kan begeleiden, en dan na de koffie moe naar huis gaan en me echt afvragen of dat wel het hart van God is…

… en ik zou terug verlangen naar het combootje in de gereformeerde kerk, met de valse dwarsfluit en de kwastjes-drummer met zijn glimmende hoofd, en de meneer met de baard die de karaoke-bal bestuurt. En iemand die ongegeneerd vanachter uit de kerk roept bij de verzoeknummers. ‘nummer 488, die van die arend’
(voor de pasbekeerde lezer: opwekking 488 was destijds de opwekking-hit. Zeg maar de ’tienduizend redenen’ van 1990)

tot zover mijn zoektocht.

(ik moet wel eerlijk zeggen dat ik dat combootje ook niet zie zitten. 😀 )

Liever zing ik af en toe een liedje met wat mensen die dichtbij me staan. Mijn grootste droom is dat die liedjes niet meer alleen de aanmoediging zijn om naar buiten te gaan, maar dat we buiten onze kerkelijke comfortzone ook eerlijke liederen bij ons hebben of sterker nog: zelf ook eerlijke liederen kunnen zijn voor de mensen die in nood leven, opgesloten worden, leven in angst of eenzaamheid.

 Dit blog werd ook gepubliceerd op www.staatgeschreven.nl

Gelovig en Depressief

In de media verscheen een half jaar geleden het verschrikkelijke nieuws dat Rick Warren’s zoon zelfmoord heeft gepleegd na jarenlange depressie. Kloppen de ideeen die we als christenen hebben over depressie wel?

Depressie en Hoe de kerk daar mee omgaat.
Zelf ben ik enkele jaren flink depressief gewees, ik heb gemerkt hoe onwennig mensen daarmee om konden gaan. Er werden me vanuit goede bedoelingen allerlei short-cuts aangeboden in verschillende soorten en maten. Mijn boekenplank ligt vol met boeken die ik greeg van goedbedoelende kerkgenoten. En juist dat hielp uiteindelijk niet. Het signaal dat er mee gegeven werd was: lees dit, want dan lost het je probleem op. Na een lange periode begon ik me af te vragen of ’t er in eerste instantie wel acceptatie voor is. De goedbedoelde gebeden en adviezen gaven me eerder het gevoel dat mensen me uit het proces wilden trekken.

Een enkeling durfde het aan om me in het proces te laten, zonder een welgemeende oplossing aan te dragen. En dat leverde die persoon wel een flink gevoel van machteloosheid op. In die periode heb ik gemerkt hoe krachtig het is als mensen durven het lijden te accepteren of zelfs met je mee durven te lijden. Wat voor moois gebeurd er dan: Er ontstaat vertrouwen dat je het aankan, geloof vanuit de ander krijgt vorm in jou! Niet door woorden, maar door het lef van de ander. Het geloof dat aandurft in plaats van nep-geloof dat zelf wegvlucht voor het lijden. Soms merk ik dat mensen die de bijbel hanteerden als magische spreuken-boek minder boodschap hadden aan het accepteren van lijden. Zelf heb ik gelukkig gemerkt dat Jezus niet bang is om met mij de depressie door te gaan en de angsten in de ogen te durven kijken . De manier van ‘redden’ was anders dan ik en anderen verwachtten. Juist door met mij in de diepte aanwezig te zijn, werd de angst en depressie dragelijk en ontwapend.’ Inmiddels gaat het beter met me en heb ik draagkracht ontwikkeld voor de depressies. Hoe? Door niet langer een fix te vinden in allerlei geestelijke uitvluchten, maar door langzaam maar zeker meer houvast te vinden in vriendschappen en in laag tempo het lijden in mezelf en anderen te accepteren. Achteraf kijk ik terug naar een periode van depressie en merk ik dat de kerk een te makkelijk antwoord had die voor mij natuurlijk extreem aantrekkelijk was: God haalt je uit de put. Uiteindelijk ben ik blij dat er mensen met me in de put wilden zitten. Opmerkelijk was wel dat de mensen met de grootste geloofsuitspraken het minste durf hadden om naast me te staan.’ ‘In een onbeschrijflijke zware depressie schreef ik ‘Barstensvol’ op zoek naar bescherming en begrip.

Hoe kunnen we er in Jezus lichaam, mensen met depressie en andere geestelijke aandoeningen, omarmen?

Lees hier: “Christenen, doorbreek de schaamte van depressie en duisternis

 

Buiten sneeuwt het, binnen de kachel omhoog en met een bakje koffie de videoclip in mekaar knutselen. Leuk als je zo vanuit huis mooie dingen kan maken. Nog voor Nederland bestormd werd met sneeuw zag het er uit zoals we hebben vastgelegd. Een koud Nederland, vlak voor de kerst, toen we nog in de veronderstelling waren dat we de controle hadden. De sneeeuw legde het land plat en eindelijk zag je dat de natuur sterker was dan alle regels en verwachtingen van de Nederlanders.

Mcklin schoot deze videoclip en deze week stond in het teken van de montage. Mcklin monteerde de clip met het prachtige materiaal. Kitemedia verzorgde de kleurcorrectie en eind-montage.
Met dank aan Thomas Scherzer voor zijn architectonisch ontwerp voor de ‘Opblaasbare Kerk’.
Victor van der Griendt voor je prachtige beelden en vele uren die je in de montage hebt gestoken.
Broodnodig mariaplaats, Cafe Le Journal, bedankt voor de stroom 😀
Gerco van der Galien voor het helpen met de productie en het vasthouden van de mutsen en handschoenen!